“De flexibiliteit en het gemak waarmee de Islamitische Wetgeving gekomen is”

27-12-2014 22:34

 

 

“De flexibiliteit en het gemak waarmee de Islamitische Wetgeving gekomen is”

 

 

Alle lof is voor Allah de Heer der werelden en de zegeningen en vrede over de profeet r.

 

Punt een:  Wetgevingen die onveranderd zijn en blijven en Wetgevingen waar wel ruimte in is.

Punt twee:  De gulden middenweg.

Punt drie: Het gemak waarmee de Islamitische Wetgeving gekomen is.

Punt vier: stapsgewijs invoering van de Islamitische Wetgeving.

 

 

Punt een:  Wetgevingen die onveranderd zijn en blijven en Wetgevingen waar wel ruimte in is.

 

De Islamitische Wetgevingen (ah’Kaam as-Sharie’ah) worden onderverdeeld in twee soorten:

 

1)      Wetgevingen die nooit veranderd kunnen en mogen worden,ongeacht de tijd en de plaats, of de inspanning van Moedjtahiedien.[1] Zoals bijvoorbeeld de verplichtingen (gebed, vasten enz.), de verboden zaken (zoals rente, overspel enz.), de vastgestelde en bepaalde lijfstraffen (al-H’oedoed) voor bepaalde misdaden. Deze Wetgevingen zijn niet onderhevig aan veranderingen, tijd, plaat of al-Idj’tihaad of wat dan ook.

2)      Wetgevingen die wel veranderlijk zijn en veranderd kunnen worden, tijdgebonden en plaatsgeboden.

 

De bronnen voor zowel de eerste als tweede is en blijft het Boek van Allah en de Soennah van de profeet r. De Qor-aan is de basis van de Islamitische Wetgevingen en de Soennah legt uit en verheldert wat gekomen is van Islamitische Wetgevingen. Beide bronnen, zowel de Qor-aan als de Soennah zijn Ma’soem, dat betekent dat zij beschermd zijn door Allah dat er valsheid, fouten of iets dergelijks in voorkomt. Het past de moslim niet om deze twee bronnen ter zijde te leggen en uit te gaan van zijn eigen interpretaties en denkbeelden, want die zijn niet Ma’soom.

Allah I zegt: “Volgt dan hetgeen aan jullie is neergezonden van julie Heer en volgt buiten Hem geen leiders.”[2] Het is niet toegestaan om over een bepaalde Wetgeving die onveranderd is te zeggen: “Ja, maar… ik denk er anders over” Of: “Ik ben het daarmee niet eens”, want dan is de uitspraak van Allah I: “Geloven jullie in een gedeelte van de Schrift en in een ander gedeelte niet?!”[3] van toepassing.

 

De ruimte die geboden wordt voor het tweede is veel breder dan het eerste, om zo de Moedjtahied de gelegenheid te geven zijn kennis en inspanning een kans te geven terwijl de eerste (niet veranderlijke Wetgevingen) bekend zijn en minder uitgebreid zijn dan Wetgevingen die onderhevig zijn aan tijd en plaats.

 

Het bewijs hiervoor is de uitspraak van de profeet r in een overlevering waarin hij zei: “Wat Allah in Zijn Boek toegestaan (H’alaal) heeft verklaard is toegestaan, en wat Hij verboden (H’araam) heeft verklaard is verboden, en  waar Hij niet over heeft gesproken is (uit Barmahrtigheid) aan jullie gegeven, aanvaard Zijn Genade, het past Allah niet dat Hij iets ervan vergeet.” Daarna las de profeet Allah’s uitspraak: “en jouw Heer is niet vergeetachtig.”[4]

In een ander uitspraak van de profeet r zei hij: “Allah heeft grenzen gesteld overschrijdt deze niet, en heeft Faraa’iedh ingesteld verzaakt deze niet en zaken verboden verklaard overtreedt deze niet, en heeft bewust niet gesproken over sommige zaken zonder te vergeten, ga er niet naar zoeken.”[5]

 

Voorbeelden van Islamitische Wetgevingen die onveranderd zijn en blijven: de Faraa’iedh die Allah heeft ingesteld zoals de vijf pilaren van de islam, de pilaren van het geloof, het uitnodigen tot het goede en het verwerpen van het verderfelijke, het goed zijn voor de ouders, het goed zijn voor de buren, het nalaten van de verboden, het teruggeven wat in vertrouwen is gegeven, het oordeel met rechtvaardigheid enz. En zo ook verboden zaken waar geen twijfel over bestaat zoals afgoderij, moord en doodslag, het verteren van weesgeld, het beschuldigen van reine kuise vrouwen, overspel, alcohol, varkensvlees, diefstal, valsheid in geschrifte, het onterecht onteigenen van andermans bezittingen enz. Het is voor niemand toegestaan wie het ook moge zijn om dit te veranderen of (tijdelijk) af te schaffen of te versoepelen ongeacht de tijd en plaats. Het mag ook niet ontbreken in een islamitische maatschappij.

Naast deze verplichte en verboden zaken zijn er zaken waarover in een profetische overlevering wordt gezegd: “Er is niets over gezegd” als Barmhartigheid voor de mensheid. De Islamitische Wetgeving heeft geleerden geacht deze gunst te verduidelijken en onderzoek ernaar te doen naar alle zaken die nieuw en nuttig zijn voor de Oemmah (natie).

Het kan zijn dat een bepaalde Wetoordeel goed is voor een bepaalde periode en niet voor een ander, of voor een bepaalde streek en niet voor een ander streek, of goed is in een bepaalde situatie maar niet voor een andere situatie.

Dit stelt ons dan in staat om datgene te nemen wat meest dichtbij is bij de doelstellingen van de islamitische Wetgevingen die gemak nastreeft met in achtneming van verschillenden maatschappijen waarin mensen leven en de snelle veranderingen.

 

 

Voorbeeld van een Islamitische Wetoordeel die nooit kunnen veranderen en waar geen ruimte is het te veranderen of te versoepelen:

 

De afgoddienaren stelden de profeet r voor om een compromis met hen te sluiten dat hij een jaar hun afgoden aanbidt en zij een jaar Allah alleen. Er kwam een onwankelbaar en vast antwoord van de profeet r na een Openbaring die hij kreeg van Allah I: “Zeg (O Moh’ammed): “O ongelovigen (in mijn boodschap). Ik aanbid niet wat jullie aanbidden. En jullie zijn geen aanbidders van wat ik aanbid. En ik zal nooit een aanbidder worden van wat jullie aanbidden. En jullie zullen nooit aanbidders worden van wat ik aanbid. Daarom, voor jullie, jullie godsdienst en voor mij mijn godsdienst.” [6] Het aanbidden van Allah is iets wat de Islamitische Wetgeving heeft ingevoerd en nooit veranderd, los van tijd, plaats, persoon.

Deze Openbaring leert ons om nooit en te nimmer makkelijk te doen of versoepeling van onze ‘Aqiedah en wat daarmee gepaard gaat: het is onveranderbaar of je nou in Nederland, China of Siberië bent!!

 

Een ander voorbeeld over een zaak waar geen haarbreedte afstand genomen mag worden is het afwijzen van alle toevoegingen aan de religie, het is vast en onveranderlijk zoals de profeet r heeft gezegd: “Wie iets toevoegt aan deze zaak van ons wat niet hiertoe behoort, het zal verworpen worden.”[7]

Zoals bijvoorbeeld het invoeren van een aanbidding waarmee de profeet r niet gekomen is: het iedere vrijdagavond bij elkaar komen om Allah gezamenlijk te gedenken, het vasten van de dagen waarop een dierbare overleden is om zo somberheid enz. of iets nalaten van wat H’alaal is uit kastijding.

 

Voorbeeld waarin de islamitische Wetgeving wel ruimte geeft:

 

Tegenoverstaand zien we in een ander situatie wel dat de Islamitische Wetgeving ruimte geeft om te onderhandelen en compromissen te leggen en eigen interpretatie in te stellen. Tijdens de slag van Ah’zaab in het vijfde jaar van de Hijdrah (maart 627) vinden wij dat de profeet r de aanwijzing en mening van Salaaam al-Faarisie t aanneemt voor het opzetten en graven van een greppel rondom al-Medinah. Verder overlegt de profeet r met de An-saar om voor te stellen te onderhandelen met Gahtafaan die vijandelijk waren naar de moslims toe door hen een deel van de oogst van dadels van al-Medinah te geven om hen als bondgenoot te houden zodat zij niet de afgoddienaren gaan helpen met oorlog voeren tegen de moslims.

Een ander voorbeeld van de gemak en buigzaamheid van de Islamitische Wetgeving is toen er een verdrag gesloten werd tussen de moslims en de afgoddienaren tijdens de Soel’h al-Hoedaybiyyah toen ‘Amr ibn Soehail als vertegenwoordiger kwam om het verdrag met de moslims te sluiten. De profeet r zei tegen ‘Aliy t: “Schrijf: Bismillahie Arrahmaanie Rahiem, dit is het verdrag dat gesloten wordt tussen Moh’ammed de profeet van Allah en de Qoeraysh..” ‘Amr zei: “Wij kennen geen Bismillahie Arrahmaanie Rahiem, wij kennen Bismikka Allahoemma!” De profeet r gaf ‘Aliy opdracht te schrijven wat ‘Amr eiste en veegde al-Besmellah weg. Daarna zei ‘Amr: “Als wij geloven dat jij de profeet van Allah was, dan hadden wij jou niet de oorlog verklaard… wij kennen Mo’hammed de zoon van ‘Abdoellah!” Wederom verzocht de profeet r ‘Aliy om in plaats van Moh’ammed de profeet van Allah ‘Moh’ammed de zoon van ‘Abdoellah te schrijven.’ Dit keer weigerde ‘Aliy dit te doen, en de boodschapper van Allah r veegde dit zelf weg.

Dit is een mooi voorbeeld van de buigzaamheid en gemak van de islamitische Wetgeving waarin wel de makkelijk weg genomen mag worden.

 

Er is een overlevering: “De boodschapper van Allah kreeg geen keuze tussen twee zaken of hij koos voor de het gemakkelijkste zolang hier geen zonde in zit.”

 

Het geheim achter de gemakkelijkheid achter dit en de vastberadenheid achter de eerste voorbeeld is dat de eerste situatie te maken heeft met ‘Aqiedah’ en daar moet je geen haarbreedte afstand van nemen, wat de situatie ook moge zijn! Terwijl bij de tweede situatie betrekking heeft politiek drijven en een tijdelijke strategie is, vandaar dat er buigzaamheid erover is en ook een heel groot profijt achter schuilde: er zou 10 jaar vrede zijn met de Koeraysh waadoor de islam enorm verspreid werd binnen het Arabische schiereiland.

 

Dit uitgangspunt  in een voorbeeld van onze situatie:

 

Het gebed. Het gebed behoort tot de Islamitische Wetgeving waar je nooit en te nimmer afstand van mag nemen, waar je ook bent, en hoe de situatie ook moge zijn: gezond, ziek, thuis, of op reis.

Er zijn zwakke moslims die bijvoorbeeld in hun werk uit schaamte of angst niet bidden en als zij thuis aangekomen zijn bidden zij drie of vier gebeden samen, met het argument dat het werk dit toelaat. Sommige gebruiken dan het argument: “Werk is aanbidding”. Inderdaad ja het is aanbidding van geld als het je weerhoudt van het gebed. Bij deze geval zijn er twee zaken die tegen elkaar botsen: Maslaha Dienieyah en Maslaha Doenyaa’wieyah. Een religieus belang en een wereldse belang. Altijd krijgt het religieus belang de voorrang en nooit wereldse belang wat veel mensen doen. En de verzaking van dit zien wij terug in ons leven: kinderen die ontsporen en de criminaliteit ingaan, drugs gaan verhandelen en gebruiken, rampen die je treffen en noem maar op.

Een van de Selef zei ooit: “Bij Allah! Ik zie het gevolg van mijn zonde in de ongehoorzaamheid van mijn rijdier!”

 

Een voorbeeld die ook te maken heeft met ons hier en nu waar wel ruimte in is:

Ook met het gebed tijdens het werk. Het gebed is een Waadjieb Moewasi’, dat betekent dat de Islamitische Wetgeving ons de ruimte heeft gegeven te bidden wanneer er daar de mogelijkheid voor is, uiteraard binnen de daarvoor gestelde termijn. Kan je bijvoorbeeld niet om precies op tijd te bidden, wat het beste is, wanneer de tijd daarvoor aangebroken is, dan is het toegestaan binnen de Islamitische Wetgeving op een later tijdstip te bidden zolang de tijd ervoor niet verstreken is. Bewijs hiervoor is de overlevering die wij terugvinden in Sahieh al-Boekhaari waarin Djibreela op een dag naar de profeet r kwam en hem verzocht op te staan voor het gebed. De volgende dag kwam wederom Djibreel tegen het einde van de tijd van het gebed en verzocht de profeet r op te staan en het gebed te verrichten en zei daarna: “Tussen deze twee tijden is het gebed.”

 

Het tweede punt is de plaats: daarin zit ook ruimte, je kunt overal bidden m.u.v enkele plekken. Sommigen eisen op hun werk een vast bidruimte met alles er op en eraan. Je kunt overal bidden bijvoorbeeld een leeg plek in de magazijn, een leegstaand kantoor, opslagruimte enz.

Overgeleverd door Djaabir (ra) dat de boodschapper van Allah r zei: “ Ik ben bevoorrecht (t.o.v. andere profeten) met vijf zaken die niemand voor mij is gegeven: Ik heb een 1.overwinning behaald voordat ik mij tegenstanders tegenkom voor een periode van één maand, 2.en de aarde is voor mij een gebedsplaats en een reiniging gemaakt, wanneer de tijd van het gebed aangebroken is laat éénieder dan het gebed verrichten, en de 3.oorlogsbuit is voor mij legitiem (h’alaal) gemaakt wat niet gold voor degenen die  vòòr mij waren, en mij is de 4.voorspraak (shafaa’a) gegeven,5. en elke profeet werd alleen naar zijn eigen volk gezonden, terwijl ik voor de gehele mensheid gekomen ben.”[8]

Zo zien wij de profetische voorbeelden in het vasthouden aan Islamitische Wetgevingen die onveranderd blijven en soepel en toegeeflijk zijn waarin wel die ruimte speling zit, en dit niet ten koste gaat van je geloof.

 

 

                     Punt twee: de gulden middenweg

 

 

Een ander punt waarin de Islamitische Wetgeving zich kenmerkt is de middenweg waarmee deze gekomen is.  De Islamitische Wetgeving is de middenweg. Dat geldt voor alle zaken die verbonden zijn met de islam: zowel religieus, maatschappelijk, binnen de familie en gezin enz.

In de Qor-aan staat:

“Zo maakten Wij jullie tot een gematigd volk, opdat jullie getuigen zullen zijn voor de mensen.”[9]

De islam is de middenweg tussen jodendom die overdrijven in de verboden, zoals spijswetten, en alles verbieden behalve wat Kosher is, en tussen christendom die alles toegestaan achten, zelfs zaken die duidelijk in hun boek als verboden te boek staan in het Oude Testament. In de evangelie staat helder en duidelijk dat de Messias niet gekomen is om wat in het Oude Testament staat op te heffen zoals in Matheus 5:17. De kerkvorsten hebben geoordeeld dat alles rein en goed is voor de reine mensen.[10] De islam heeft zaken verboden verklaard en ander zaken toegestaan. Maar de islam heeft de bepaling van wat H’alaal en H’araam is niet overgelaten aan mensen! Maar dit is een zaak die alleen Allah kan doen en niemand anders.  Zoals wij hebben gezien in de overlevering waarin de profeet r zei: “Allah heeft grenzen gesteld overschrijdt deze niet, en heeft Faraa’iedh ingesteld verzaakt deze niet en zaken verboden verklaard overtreedt deze niet, en heeft bewust niet gesproken over sommige zaken zonder te vergeten, ga er niet naar zoeken.”[11] Verder heeft de islam alleen maar zaken verboden verklaard die schadelijk voor de mens zijn, zoals voor zijn gezondheid, verstand, eer, leven enz. wat wij geleerd hebben. Net zoals de islam alleen maar zaken toegestaan heeft verklaard die rein en goed zijn voor de mens. De boodschapper van Allah r is ook zo beschreven aan de mensen van het Boek: “(Zij) zijn degenen die de boodschapper volgen, de ongeletterde profeet, die zij bij hen, in de Tawraah en de Indjiel, beschreven vinden. Hij beveelt hun het behoorlijke en hij verbiedt hun het verwerpelijke, en hij staat hun de goede dingen. En hij bevrijdt hen van de lasten en van de boeien (kastijding) die op hen rustten.”[12]

In ‘Iebaadat (aanbiddingen) heeft de islam ook de middenweg genomen en heeft Arrahbaaniyah (kloosterleven) verboden verklaard: “En het monniksleven (celibaat), dat hebben zij zelf toegevoegd; Wij hebben het hun niet voorgeschreven.”[13]

 

Voorbeelden uit het leven van de profeet r van de gulden middenweg:

 

1.      Er kwamen drie mannen naar de huizen van de boodschapper van Allah r en vroegen naar zijn aanbiddingen die hij verrichtte. Toen zij hierover bericht werden leek het alsof zij het te ‘weinig’ achtten waarbij een van hen zei: “De voorgaande en komende zonden zijn bij voorbaat al vergeven voor de profeet!” Een van zei: “Ik zal heel mijn leven vasten en niet meer (overdag) eten!” De tweede zei: “Ik zal de gehele nacht bidden en niet meer slapen!” Terwijl de derde zei: “Ik zal nooit een vrouw huwen!” Toen de profeet r hierover bericht werd, zette hij gelijk deze foute overdrevenheid in het geloof goed en maakte hen duidelijk dat de islam de middenweg is tussen overdrevenheid (Ifraat) en nalatigheid (Tefreet). Hij zei: “Zijn jullie het dit en dat zeiden?! Bij Allah, ik ben de meest godvrezende onder jullie, ondanks dit vast ik en eet ik, bidt en slaap ik, en trouw met vrouwen, degene die zich afzijdig houdt van mijn Soennah behoort niet tot mij!”[14]

2.      Er kwam een man naar de profeet r en zei: “Ik blijf weg van het ochtendgebed vanwege die persoon die het ochtendgebed heel lang houdt…”Aboe Mas’oed al-Ansaarie de overleveraar van deze overlevering verteld: “Ik zag de profeet r niet eerder zo boos worden tijdens een vermaning die hij gaf dan dit keer. Hij zei: “O mensen! Er zijn er onder jullie die anderen weghouden van het geloof! Wie van jullie als voorganger optreedt dient het gebed kort te houden, want achter hem bidt een oudere, een zwakkere, en een persoon die het druk heeft…!”[15]

3.      Enes ibn Maalik levert over dat de profeet r een oude man zag die leunde op twee van zijn zonen en met veel moeite vooruit bewoog. De profeet r vroeg zijn zonen: “Wat mankeert deze man?!” Ze zeiden: “Hij heeft een belofte gedaan om te gaan lopen!” De profeet r zei corrigerend: “Allah is Zichzelf genoeg dat deze man moet lijden om een belofte na te komen als aanbidding!” Daarna gaf de profeet r opdracht om de oude man een rijpaard te laten bestijgen.[16]

4.      Een keer ging de profeet een moskee binnen en hij zag een touw die tussen twee pilaren van de moskee bevestigd was. Hij vroeg de aanwezigen: “Waarvoor is deze touw?!” De mensen zeiden: “Het is de touw van Zeyneb, wanneer zij moe is van het veel bidden dat houdt zij zich staande door aan dit touw vast te klampen…” De profeet r zei: “Maak dit touw los, één van jullie dient te bidden wanneer hij daarvoor de kracht en heeft en uitgerust is, als hij moe is dient hij te gaan zitten…”[17]

5.      Verder zijn er vele overleveringen die ons waarschuwen voor overdrevenheid in de religie zoals de overlevering waarin de profeet r waarschuwt: “Pas op voor overdrevenheid in het geloof (al-Ghoeloew), waarlijk degenen die voor jullie waren zijn ten onder gegaan vanwege hun overdrevenheid in de Dien.”[18]                                             

 

 

 

 

 

 

Punt drie: Het gemak waarmee de Islamitische Wetgeving gekomen is, niemand wordt meer belast dan dat hij kan.

 

De islam is de religie van genade en vriendelijkheid, de religie van tolerantie en gemak. Allah I heeft deze Oemmah niet met meer belast dan het kan dragen. Het zal beloond worden voor al het goede wat het doet en het zal de last moeten dragen van de zonde van het kwade wat het doet. Allah I zegt:
Allah belast niemand dan volgens zijn vermogen. Voor hem is (de beloning voor) wat hij doet en voor hem is (de bestraffing voor) wat hij doet.”[19]

Allah heeft de moslims moeilijkheden en ellende bespaard in alles wat Hij hen heeft opgelegd. Allah I zegt: “Hij heeft u verkozen en heeft u in de godsdienst geen lasten opgelegd.”[20]

Elke zonde die een moslim begaat doordat hij een fout maakt, vergeet of gedwongen is het te doen, wordt door Allah vergeven. Allah I zegt: ”Onze Heer, straf ons niet als wij vergeten of een fout hebben begaan.”[21]

De moslim zal ter verantwoording worden gebracht voor wat hij opzettelijk heeft gedaan, niet voor wat hij per ongeluk heeft gedaan. Allah I zegt: ”En er is geen zonde voor u in datgene waarin gij u vergist, maar wel in hetgeen uw hart zich heeft voorgenomen.

Allah is Vriendelijk en Genadevol en Rechtvaardig. Hij zond Moh’ammed r met gemak en het tolerante monotheïsme: “Allah wenst gemak voor u en geen ongemak”.[22]

De profeet r heeft gezegd: “Religie is erg gemakkelijk en wie zichzelf overbelast in zijn religie zal niet in staat zijn op die manier door te gaan. Dus jullie zouden geen extremisten moeten zijn maar perfectie proberen te naderen en de goede tijdingen ontvangen dat je beloond zal worden.”[23]

Wat iemands nafs zegt, is vergeven door Allah. De profeet r heeft gezegd: “Allah heeft mijn Oemmah vergeven voor de gedachtes die hun geesten kruisen zolang ze er niet over spreken of naar handelen.” [24]

Wie een zonde begaat die Allah dan verbergt, hij mag er niet over spreken omdat de Profeet (salla Allahu alaihi wa salaam) heeft gezegd: “Het zal goed komen met mijn gehele ummah, behalve met degene die openlijk zondigen.”[25]


Allah is Grootmoedig en Vriendelijk, Hij vermenigvuldigt de beloning voor goede daden en vergeeft slechte daden. De profeet r zei over de woorden die hij van zijn Heer heeft overgeleverd: “Allah heeft hasanaat (goede daden) en sayi’aat (slechte daden) verordend, toen heeft Hij dat uitgelegd. Wie van plan is om een goede daad te verrichten en het dan niet doet, Allah zal het als één complete hasanah neerschrijven; als hij van plan is het te doen en hij doet het, dan zal Allah het neerschrijven als tussen de tien en zevenhonderd hasanaat, of meer. Wie van plan is om een slechte daad te verrichten en het dan niet doet, Allah zal het als één complete hasanah neerschrijven; als hij van plan is het te doen en hij doet het, Allah zal het als één sayi’ah.”

 

In een overlevering zei de profeet r: “Allah rekent mijn Oemmah geen zonde wanneer zij een fout begaan, uit vergeetachtigheid, of gedwongen worden een zonde te begaan.”[26]

 

Allah spreekt over de eigenschappen van ongeletterde profeet Moh’ammed r waarin zijn eigenschappen glashelder beschreven staan in de Tawrah en Indjiel en deze verduidelijken dat een van de belangrijkste eigenschappen van deze gezegende profeet het gemak waarmee hij gekomen is voor de mensheid. Allah U zegt: “En hij bevrijdt hen van de lasten en van de boeien (celebaat) die op hen rustten.”[27]

Moh’ammed r is degene die de lasten weghaalt bij de mensen van het Boek die zij zelf op hun schouders dragen en waarmee Allah hen laat leiden in deze wereld en een verschrikkelijk Straf in het Hiernamaals.

A

 

De vrijbrief voor de vrouwen aanwezig te zijn bij de gebeden, en vrijdagsgebed wat een verplichting is voor de mannen. Zo ook het jonge kind die vrijgesteld is van deze verplichtingen, de krankzinnige, zo ook de slapende.

De profeet r adviseerde zijn metgezellen geen vragen te stellen die onnodig en nutteloos waren of door te vragen zoals het geval toen hij tegen de mensen zei: “O mensen, Allah heeft het jullie verplicht gesteld te Hadj te doen, verricht daarom de Hadj!” Een man vroeg: “Elk jaar o boodschapper van Allah?!” De profeet antwoordde niet op deze vraag. Weer herhaald de man zijn vraag tot drie maal toe. Toen zei de profeet r: “Als ik ja zou zeggen zou het ieder haar verplicht gesteld worden! Neem datgene wat ik jullie heb gegeven zonder in details te gaan, waarlijk degenen die voor jullie waren zijn ten onder door hun vele vragen en hun uiteenlopende verschillen tot hun profeten!”[28]

Hierover zegt Allah ook glashelder: O jullie die geloven, vraagt niet naar dingen die u, als zij u zullen worden geopenbaard, zullen mishagen; indien u er naar vraagt terwijl de Qor-aan wordt nedergezonden, zullen zij u worden onthuld. Allah heeft ze achterwege gelaten. En Allah is Vergevensgezind, Verdraagzaam.[29]

In een andere overlevering zei hij: “Als ik het niet te moeilijk zou maken voor mijn Oemmah, dan zou ik hen verplichten om bij elke Woedoe’ de Siwaak te gebruiken.”[30]

Aboe Hurayrah levert over dat de profeet zei: “Als ik het niet te moeilijk zou maken voor mijn Oemmah dan zou ik hen opdragen het Ieshaa gebed uit te stellen (tot de helft van de nacht) en de Siwaak voor hen te verplichten zoals Woedoe’voor hen verplicht werd gesteld.” In een ander overlevering zei de profeet r toen de nacht bij de helft was: “Dit is waarlijk het beste moment voor de Ieshaa als ik het mijn Oemmah niet te moeilijk zou maken.”

 

Bij het verrichten van de Woedoe’:

 

  • De oorsprong is dat Woedoe’ met water dient te gebeuren, maar de Islamitische Wetgeving heeft er rekening mee gehouden dat dit niet altijd door iedereen kan, dus een vergemakkelijking ingevoerd bij afwezigheid van 1.water, of bij een 2.ziekte of wond, of wanneer het 3.extreem koud en er geen mogelijk is water op te warmen, of 4.er wel water is maar men vreest voor zijn leven, bezit of eer de hij moet beschermen, of 5.er is te weinig water. In al deze gevallen is het voor de moslim ter vergemakkelijking de Tayammoem toegestaan.
  • Een ander vergemakkelijking die te maken heeft met Woedoe’ is het vegen over de sokken of schoenen, en zeker als men op reis is beseft men wat voor gemak hierin zit! Toch blijven sommigen onwetenden koppig en hardnekkig beweren dat het wassen van de voeten beter is, dit is niets anders dan blinde Djahl. Want dit is een Roegsah en Tayseer van Allah, aanvaardt dit ook dan! Zo heeft de profeet r ook over zijn leren sokken geveegd toen Moeghiera ibn Soe’bah water goot over de profeet r tijdens de Woedoe’. Toen hij bij de voeten aankwam wilde Moeghiera de leren sokken van de profeet r uitdoen zodat hij deze kon wassen. De profeet r zei: “Laat ze want ik heb ze aangetrokken nadat ik de Woedoe’ heb gedaan” en hij veegde over zijn sokken.[31] Sommigen beweren weer dan dat het alleen maar bij leren sokken toegestaan is. Dan zeggen wij waroom is er dan al-Qiyaas (parallel en vergelijkbaar) als dit niet mag?. In die tijd was het zo dat er khoefayn waren en nu zijn er sokken die precies hetzelfde doel hebben.

 

 

Bij het gebed:

 

  • Imraan ibn Hoessayn kwam naar de profeet en klaagde dat hij last had van aambeien en dat hij moeilijk staand kon bidden. Hij verteld:“Ik had last van aambeien, dus ik vroeg erover aan de boodschapper van Allahr en hij zei; Bid staande; als je dat niet kan, dan zittend; als je dat niet kan, bid dan op je zijde liggend.” [32]
  • Tijdens de reis is het toegestaan om de gebeden bij elkaar te voegen en te verkorten. Zo ook wanneer iemand ziek is en het voor hem/haar moeilijk is de gebeden elk op tijd te bidden is het toegestaan de gebeden bij elkaar te voegen, maar niet verkort.
  • Zo is het ook toegestaan om tijdens de Naafilah zittend te bidden, maar dan heb je wel de helft van de beloning. Dit is een zeker verlichting en vergemakkelijking.

 

Bij het vasten:

 

 

  • Wanneer een moslim (a) ziek is, is het toegestaan ter vergemakkelijking het aantal dagen op een ander tijdstip in te halen.
  • Wanneer een moslimvrouw zwanger is of borstvoeding geeft is het ter vergemakkelijk ook voor haar toegestaan op andere dagen in te halen.
  • Wanneer een moslim (a) zo oud is dat vasten niet meer mogelijk is, is het ter vergemakkelijking ook toegestaan een arme voor elke dag te voeden. Zoals dit het geval was bij Enes ibn Maalik toen hij zo oud was dat hij niet meer in staat was te vasten. Hij was de laatste metgezel die overleed.

 

 

Bij de Hadj:

 

·         ‘Abdoellah ibn ‘Amr ibn ‘Aas levert over dat de profeet r op de dag van de Hadj stond in de Minna op de dag van ‘Nahr’ en mensen vroegen hem over allerlei zaken totdat er een man kwam en zei: “O boodschapper van Allah! Ik merkte het niet op, maar ik heb geschoren voordat ik mijn offer slacht!” De profeet r zei: “Slacht maar, geen probleem.” Een tweede kwam en zei: “O boodschapper van Allah! Ik merkte het niet op, maar ik heb geslacht voordat ik de Ramyie’ heb gedaan!” De profeet r zei: “Doe maar Ramyie’, geen probleem.” Er was geen zaak waarover de profeet r gevraagd werd of hij zei: “Doe maar, geen probleem.” (de volgorde is volgens de Soennah: Ramyie’/offeren/scheren of knippen/Tawaaf al-Ifaadah).

·         Zo is het ook toegestaan om tijdens de Hadj voor de zwakkeren en vrouwen eerder uit Moezdalifah te vertrekken dan anderen. Ook wanneer iemand te zwak is de Ramiy’te doen is het toegestaan iemand aan te stellen die dat voor hem/haar kan doen.

·         Als laatste is het tijdens de Hadj toegestaan die niet in staat is de Hadj te doen vanwege een lichamelijke beperking iemand aan te stellen die voor hem/haar Hadj kan doen op voorwaarde dat de waarnemer zelf de Hadj gedaan dient te hebben, immers je begint eerst bij jezelf. Tijdens de Hadj hoorde de profeet iemand ‘Labaykka Allahoemma voor Shoebroemma.” De profeet vroeg: “En wie is Shoebroemma?!” De man antwoordde: “Een naaste familielid van mij.” De profeet r vroeg: “Heb je zelf de Hadj verricht?!” De man antwoordde ontkennend. De profeet r zei tegen hem: “Doe eerst de Hadj voor jezelf en daarna voor Shoebroemma.” [33]

 

De afgoddienaren hadden ‘Ammaar, zijn vader Yaasir en zijn moeder Soumiyah gevangen genomen en begonnen hen te martelen. Ze begonnen ‘Ammaar verschrikkelijk te martellen en zij bedreigde hem, als hij Kalimatoe al-Koefr niet zou zeggen, zouden zij hen en  zijn ouders doden en uiteindelijk zei hij dat ook.  Hij vertelde dit aan de profeet r en barstte in tranen uit. De profeet van barmhartigheid veegde de tranen van ‘Ammaar weg en vroeg hem: “Hoe was jouw hart toen je dat zei?” ‘Ammaar antwoordde: “Mijn hart was vol met geloof en Sakkienah.” Toen zei de profeet r tegen hem: “Als zij dit nog een keer bij jou doen, doe dan hetzelfde…” Bij deze gebeurtenis Openbaarde Allah I: “Wie aan Allah ongelovig is na geloofd te hebben, wie gedwongen wordt terwijl zijn hart in het geloof tot rust gekomen is, maar (voor) wie die in zijn hart voor het ongeloof openstelde: voor hem is er de Toorn van Allah en voor hem is er een geweldige bestraffing.”[34]

 

 

 

        Punt vier: stapsgewijs invoering van de Islamitische Wetgeving

 

 

Een ander zaak die duidelijk maakt dat de Islamitische Wetgeving flexibel is, is het stapsgewijs invoeren van de Goddelijke Wetten. Onder de Barmhartigheid van Allah voor Zijn dienaren is dat Hij de Goddelijke Wetten stapsgewijs heeft ingevoerd. Zo ook behoorde het tot de profeet’s barmhartigheid voor zijn Oemmah dat hij zei:  “Maakt het de mensen makkelijk en maakt het hen niet moeilijk, geeft de mensen blijde tijdingen en jaag hen niet weg…”

Vele zaken zijn geleidelijk verboden verklaard zodat de zielen er klaar voor zijn en er makkelijk gehoor aan gaan geven. De wijsheid die hierachter schuilt is dat mensen makkelijker dit aan kunnen dan wanneer alles in een keer verboden werd verklaard. Maar dit geldt alleen voor de periode van de invoering van God’s Wetten en niet erna. Dus dit wil niet zeggen dat je dit ook toestaat voor een gemeenschap die nu aanwezig is en waar een zonde de gewoonte is.

 

We zullen twee voorbeelden noemen waarbij het verbod stapsgewijs is ingevoerd. Het was alcohol en rente. Deze twee zaken waren bij de Arabieren diep geworteld waardoor het in een keer verbieden van deze twee zaken zou leiden dat mensen afstand zullen nemen van islam.

 

Als eerste: alcohol.

 

Voor de komst van de profeet r was het nuttigen van alcohol diepgeworteld in de Arabische maatschappij en ook andere delen van de bewoonde wereld. In de Arabische maatschappij was het drinken van alcohol een maatschappelijke bezigheid waarmee opgeschept werd en dichters poëzie over maakten in hun dichten. Het was de dus geen wijsheid om alcohol in een keer te verbieden, maar het meest nuttige was om stapsgewijs tot een verbod te komen van deze Satanische drank. Daarom werd alcohol in vier stadiums verboden verklaard:

 

Het eerste stadium:

 

Allah’ uitspraak: “En van de vruchten van de dadelboom en druivenstruiken maken jullie een bedwelmende drank, en een goede voorziening.”[35] Deze vers maakt duidelijk onderscheid tussen ‘bedwelmende drank’ en een goede voorziening. M.a.w het maken van alcohol van dadels en druiven is geen goede voorziening.

 

Het tweede stadium:

 

Allah’s uitspraak: “Zij vragen jou over de wijn en kansspel. Zeg: “In beide is grote zonde en nut voor de mensen, maar de zonde in beide is groter dan hun nut.”[36] Deze tweede vers is de aanzet tot het verbieden van alcohol.

 

Het derde stadium:

 

Allah’s uitspraak: “O jullie die geloven, nadert niet de Salaah terwijl jullie dronken zijn zodat jullie weten wat jullie zeggen.”[37] Dit was een begin van het definitieve verbod, het was voor de moslim niet toegestaan voor het bidden te drinken zodat iemand weet waar hij mee bezig was.

 

Het vierde en laatste stadium:

 

Nadat het geloof in de harten van de gelovigen rotsvast was en zij geen haarbreed afstand zouden van hun geloof is de het definitieve verbod van alcohol gekomen tot aan de Dag der Opstanding. Dit was na de uitspraak van Allah U: “O jullie die geloven! Voorwaar, de wijn en het gokken en de afgodsbeelden en pijlen om te verloten zijn onreinheden die tot het werk van de Shaytaan behoren, vermijdt deze (zaken) dus. Hopelijk zullen jullie welslagen!”[38] Daarna gaat de Qor-aan verder en verheldert de reden van het verbod: “Voorwaar, de Shaytaan wil alleen maar vijandschap en haat onder jullie veroorzaken met behulp van wijn en gokken en door jullie af te houden van het gedenken van Allah en de Salaah: houdt ermee op!”[39] Na de openbaring van dit vers heft deze alle andere verzen op (Naskh’) die eerder met betrekking to alcohol neergedaald zijn op. Na dit vers zijn alle soorten alcohol en gokken tot aan de Dag des Oordeels verboden.

Na dit verbod stroomden sommige steegjes in al-Medinah vol met wijn. De metgezellen hadden gelijk gehoor gegeven aan het verbod van zijn Heer en niet verkocht of ja maar...

 

Als tweede: rente.

 

Rente was met al zijn vormen een wijdverspreid verschijnsel zowel in de Arabische, als de Romeinse en Perzische maatschappij toen ter tijd. Wanneer het verbod in een keer werd ingesteld zou dat een opschudding en een terugval van mensen naar ongeloof teweeg brengen en daarom is het ook in twee stadiums verboden verklaard.

 

De eerste stadium:

 

Allah’s uitspraak: “O jullie die geloven, eet niet van de rente met meervoudige verdubbeling en vreest Allah, hopelijk zullen jullie welslagen.”[40]

 

 

 

De tweede stadium:

 

Daarna werd rente verboden verklaard tot aan de Dag de Oordeels en dat is de uitspraak van AllahU: “O jullie die geloven, vreest Allah en geeft op wat er van (het vragen) van rente overblijft, als jullie gelovigen zijn.”[41]



[1] Meervoud van ‘Moedjtahid’: een geleerde die capabel is en zijn inspanning verricht om tot een religieus oordeel te komen.

[2] Soerat al-A’raaf (7), aayah 3.

[3] Soerat al-Baqarah (2), aayah 85.

[4] Soerat Meryam (19), aayah 64.

[5] Zwakke overlevering, zwak verklaard door Sheikh al-Baanie in Djaami'

[6] Soerat al-Kaafiroen (109), aayah 1-6.

[7] Overgeleverd door al-Boekhaari en Moeslim.

[8] Overgeleverd door al-Boekhaari en Moeslim.

[9] Soerat al-Baqarah (2), aayah 143.

[10] Zie de brief van Paulus aan Titus: 1/15.

[11] Zwakke overlevering, zwak verklaard door Sheikh al-Baanie in Djaami'

[12] Soerat al-A’raaf (7), aayah 157.

[13] Soerat al-Hadied (57), aayah28.

[14] Overgeleverd door al-Boekhaari en Moeslim.

[15] Overgeleverd door al-Boekhaari en Moeslim.

[16] Overgeleverd door al-Boekhaari en Moeslim.

[17] Overgeleverd door al-Boekhaari en Moeslim.

[18] Sah’ieh overgeleverd door an-Nassaaa’ie, ibn Maadjeh, Ah’mad en authentiek verklaard door Sheikh al-Baanie

[19] Soerat al-Baqarah (2), aayah 286.

[20] Soerat al-Hadj (22), aayah 78.

[21] Soerat al-Baqarah (2) aayah 286.

[22] Soerat al-Baqrah (2) aayah 185.

[23] Overgeleverd door Imaam al-Boekhaari.

[24] Overgeleverd door Imaam Moeslim.

[25] Overgeleverd door Moeslim.

[26] Overgeleverd door Ibn Maadjeh, al-Bayhaqie e.a hadieth H’assan.

[27] Soerat al-A’raaf (7), aayah 157.

[28] Overgeleverd door Imaam Moeslim.

[29] Soerat al-Maa’iedah (5), aayah 101.

[30] Overgeleverd door Imaam Moelsim.

[31] Overgeleverd door Imaam Moeslim.

[32] Overgeleverd al-Boekhaari, Aboe Dawood en Ah’mad.

[33] Overgeleverd door Aboe Daawood, Ibn Maadjeh en Ibn Khoezaymah en Sah’hieh verklaard door Sheikh al-Baanie.  

[34] Soerat an-Nahl (16) aayah 107.

[35] Soerat an-Nahl (16) aayah 67.

[36] Soerat al-Baqarah (2) aayah 219.

[37] Soera tan-Nissaa’ (4) aayah 43.

[38] Soerat al-Baqarah (2) aayah 90.

[39] Soerat al-Baqarah (2) aayah 91.

[40] Soerat aal-Imraan (3) aayah 130.

[41] Soerat al-Baqarah (2) aayah 278. 

Thema:

 

“De flexibiliteit en het gemak waarmee de Islamitische Wetgeving gekomen is”

 

 

Alle lof is voor Allah de Heer der werelden en de zegeningen en vrede over de profeet r.

 

Punt een:  Wetgevingen die onveranderd zijn en blijven en Wetgevingen waar wel ruimte in is.

Punt twee:  De gulden middenweg.

Punt drie: Het gemak waarmee de Islamitische Wetgeving gekomen is.

Punt vier: stapsgewijs invoering van de Islamitische Wetgeving.

 

 

Punt een:  Wetgevingen die onveranderd zijn en blijven en Wetgevingen waar wel ruimte in is.

 

De Islamitische Wetgevingen (ah’Kaam as-Sharie’ah) worden onderverdeeld in twee soorten:

 

1)      Wetgevingen die nooit veranderd kunnen en mogen worden,ongeacht de tijd en de plaats, of de inspanning van Moedjtahiedien.[1] Zoals bijvoorbeeld de verplichtingen (gebed, vasten enz.), de verboden zaken (zoals rente, overspel enz.), de vastgestelde en bepaalde lijfstraffen (al-H’oedoed) voor bepaalde misdaden. Deze Wetgevingen zijn niet onderhevig aan veranderingen, tijd, plaat of al-Idj’tihaad of wat dan ook.

2)      Wetgevingen die wel veranderlijk zijn en veranderd kunnen worden, tijdgebonden en plaatsgeboden.

 

De bronnen voor zowel de eerste als tweede is en blijft het Boek van Allah en de Soennah van de profeet r. De Qor-aan is de basis van de Islamitische Wetgevingen en de Soennah legt uit en verheldert wat gekomen is van Islamitische Wetgevingen. Beide bronnen, zowel de Qor-aan als de Soennah zijn Ma’soem, dat betekent dat zij beschermd zijn door Allah dat er valsheid, fouten of iets dergelijks in voorkomt. Het past de moslim niet om deze twee bronnen ter zijde te leggen en uit te gaan van zijn eigen interpretaties en denkbeelden, want die zijn niet Ma’soom.

Allah I zegt: “Volgt dan hetgeen aan jullie is neergezonden van julie Heer en volgt buiten Hem geen leiders.”[2] Het is niet toegestaan om over een bepaalde Wetgeving die onveranderd is te zeggen: “Ja, maar… ik denk er anders over” Of: “Ik ben het daarmee niet eens”, want dan is de uitspraak van Allah I: “Geloven jullie in een gedeelte van de Schrift en in een ander gedeelte niet?!”[3] van toepassing.

 

De ruimte die geboden wordt voor het tweede is veel breder dan het eerste, om zo de Moedjtahied de gelegenheid te geven zijn kennis en inspanning een kans te geven terwijl de eerste (niet veranderlijke Wetgevingen) bekend zijn en minder uitgebreid zijn dan Wetgevingen die onderhevig zijn aan tijd en plaats.

 

Het bewijs hiervoor is de uitspraak van de profeet r in een overlevering waarin hij zei: “Wat Allah in Zijn Boek toegestaan (H’alaal) heeft verklaard is toegestaan, en wat Hij verboden (H’araam) heeft verklaard is verboden, en  waar Hij niet over heeft gesproken is (uit Barmahrtigheid) aan jullie gegeven, aanvaard Zijn Genade, het past Allah niet dat Hij iets ervan vergeet.” Daarna las de profeet Allah’s uitspraak: “en jouw Heer is niet vergeetachtig.”[4]

In een ander uitspraak van de profeet r zei hij: “Allah heeft grenzen gesteld overschrijdt deze niet, en heeft Faraa’iedh ingesteld verzaakt deze niet en zaken verboden verklaard overtreedt deze niet, en heeft bewust niet gesproken over sommige zaken zonder te vergeten, ga er niet naar zoeken.”[5]

 

Voorbeelden van Islamitische Wetgevingen die onveranderd zijn en blijven: de Faraa’iedh die Allah heeft ingesteld zoals de vijf pilaren van de islam, de pilaren van het geloof, het uitnodigen tot het goede en het verwerpen van het verderfelijke, het goed zijn voor de ouders, het goed zijn voor de buren, het nalaten van de verboden, het teruggeven wat in vertrouwen is gegeven, het oordeel met rechtvaardigheid enz. En zo ook verboden zaken waar geen twijfel over bestaat zoals afgoderij, moord en doodslag, het verteren van weesgeld, het beschuldigen van reine kuise vrouwen, overspel, alcohol, varkensvlees, diefstal, valsheid in geschrifte, het onterecht onteigenen van andermans bezittingen enz. Het is voor niemand toegestaan wie het ook moge zijn om dit te veranderen of (tijdelijk) af te schaffen of te versoepelen ongeacht de tijd en plaats. Het mag ook niet ontbreken in een islamitische maatschappij.

Naast deze verplichte en verboden zaken zijn er zaken waarover in een profetische overlevering wordt gezegd: “Er is niets over gezegd” als Barmhartigheid voor de mensheid. De Islamitische Wetgeving heeft geleerden geacht deze gunst te verduidelijken en onderzoek ernaar te doen naar alle zaken die nieuw en nuttig zijn voor de Oemmah (natie).

Het kan zijn dat een bepaalde Wetoordeel goed is voor een bepaalde periode en niet voor een ander, of voor een bepaalde streek en niet voor een ander streek, of goed is in een bepaalde situatie maar niet voor een andere situatie.

Dit stelt ons dan in staat om datgene te nemen wat meest dichtbij is bij de doelstellingen van de islamitische Wetgevingen die gemak nastreeft met in achtneming van verschillenden maatschappijen waarin mensen leven en de snelle veranderingen.

 

 

Voorbeeld van een Islamitische Wetoordeel die nooit kunnen veranderen en waar geen ruimte is het te veranderen of te versoepelen:

 

De afgoddienaren stelden de profeet r voor om een compromis met hen te sluiten dat hij een jaar hun afgoden aanbidt en zij een jaar Allah alleen. Er kwam een onwankelbaar en vast antwoord van de profeet r na een Openbaring die hij kreeg van Allah I: “Zeg (O Moh’ammed): “O ongelovigen (in mijn boodschap). Ik aanbid niet wat jullie aanbidden. En jullie zijn geen aanbidders van wat ik aanbid. En ik zal nooit een aanbidder worden van wat jullie aanbidden. En jullie zullen nooit aanbidders worden van wat ik aanbid. Daarom, voor jullie, jullie godsdienst en voor mij mijn godsdienst.” [6] Het aanbidden van Allah is iets wat de Islamitische Wetgeving heeft ingevoerd en nooit veranderd, los van tijd, plaats, persoon.

Deze Openbaring leert ons om nooit en te nimmer makkelijk te doen of versoepeling van onze ‘Aqiedah en wat daarmee gepaard gaat: het is onveranderbaar of je nou in Nederland, China of Siberië bent!!

 

Een ander voorbeeld over een zaak waar geen haarbreedte afstand genomen mag worden is het afwijzen van alle toevoegingen aan de religie, het is vast en onveranderlijk zoals de profeet r heeft gezegd: “Wie iets toevoegt aan deze zaak van ons wat niet hiertoe behoort, het zal verworpen worden.”[7]

Zoals bijvoorbeeld het invoeren van een aanbidding waarmee de profeet r niet gekomen is: het iedere vrijdagavond bij elkaar komen om Allah gezamenlijk te gedenken, het vasten van de dagen waarop een dierbare overleden is om zo somberheid enz. of iets nalaten van wat H’alaal is uit kastijding.

 

Voorbeeld waarin de islamitische Wetgeving wel ruimte geeft:

 

Tegenoverstaand zien we in een ander situatie wel dat de Islamitische Wetgeving ruimte geeft om te onderhandelen en compromissen te leggen en eigen interpretatie in te stellen. Tijdens de slag van Ah’zaab in het vijfde jaar van de Hijdrah (maart 627) vinden wij dat de profeet r de aanwijzing en mening van Salaaam al-Faarisie t aanneemt voor het opzetten en graven van een greppel rondom al-Medinah. Verder overlegt de profeet r met de An-saar om voor te stellen te onderhandelen met Gahtafaan die vijandelijk waren naar de moslims toe door hen een deel van de oogst van dadels van al-Medinah te geven om hen als bondgenoot te houden zodat zij niet de afgoddienaren gaan helpen met oorlog voeren tegen de moslims.

Een ander voorbeeld van de gemak en buigzaamheid van de Islamitische Wetgeving is toen er een verdrag gesloten werd tussen de moslims en de afgoddienaren tijdens de Soel’h al-Hoedaybiyyah toen ‘Amr ibn Soehail als vertegenwoordiger kwam om het verdrag met de moslims te sluiten. De profeet r zei tegen ‘Aliy t: “Schrijf: Bismillahie Arrahmaanie Rahiem, dit is het verdrag dat gesloten wordt tussen Moh’ammed de profeet van Allah en de Qoeraysh..” ‘Amr zei: “Wij kennen geen Bismillahie Arrahmaanie Rahiem, wij kennen Bismikka Allahoemma!” De profeet r gaf ‘Aliy opdracht te schrijven wat ‘Amr eiste en veegde al-Besmellah weg. Daarna zei ‘Amr: “Als wij geloven dat jij de profeet van Allah was, dan hadden wij jou niet de oorlog verklaard… wij kennen Mo’hammed de zoon van ‘Abdoellah!” Wederom verzocht de profeet r ‘Aliy om in plaats van Moh’ammed de profeet van Allah ‘Moh’ammed de zoon van ‘Abdoellah te schrijven.’ Dit keer weigerde ‘Aliy dit te doen, en de boodschapper van Allah r veegde dit zelf weg.

Dit is een mooi voorbeeld van de buigzaamheid en gemak van de islamitische Wetgeving waarin wel de makkelijk weg genomen mag worden.

 

Er is een overlevering: “De boodschapper van Allah kreeg geen keuze tussen twee zaken of hij koos voor de het gemakkelijkste zolang hier geen zonde in zit.”

 

Het geheim achter de gemakkelijkheid achter dit en de vastberadenheid achter de eerste voorbeeld is dat de eerste situatie te maken heeft met ‘Aqiedah’ en daar moet je geen haarbreedte afstand van nemen, wat de situatie ook moge zijn! Terwijl bij de tweede situatie betrekking heeft politiek drijven en een tijdelijke strategie is, vandaar dat er buigzaamheid erover is en ook een heel groot profijt achter schuilde: er zou 10 jaar vrede zijn met de Koeraysh waadoor de islam enorm verspreid werd binnen het Arabische schiereiland.

 

Dit uitgangspunt  in een voorbeeld van onze situatie:

 

Het gebed. Het gebed behoort tot de Islamitische Wetgeving waar je nooit en te nimmer afstand van mag nemen, waar je ook bent, en hoe de situatie ook moge zijn: gezond, ziek, thuis, of op reis.

Er zijn zwakke moslims die bijvoorbeeld in hun werk uit schaamte of angst niet bidden en als zij thuis aangekomen zijn bidden zij drie of vier gebeden samen, met het argument dat het werk dit toelaat. Sommige gebruiken dan het argument: “Werk is aanbidding”. Inderdaad ja het is aanbidding van geld als het je weerhoudt van het gebed. Bij deze geval zijn er twee zaken die tegen elkaar botsen: Maslaha Dienieyah en Maslaha Doenyaa’wieyah. Een religieus belang en een wereldse belang. Altijd krijgt het religieus belang de voorrang en nooit wereldse belang wat veel mensen doen. En de verzaking van dit zien wij terug in ons leven: kinderen die ontsporen en de criminaliteit ingaan, drugs gaan verhandelen en gebruiken, rampen die je treffen en noem maar op.

Een van de Selef zei ooit: “Bij Allah! Ik zie het gevolg van mijn zonde in de ongehoorzaamheid van mijn rijdier!”

 

Een voorbeeld die ook te maken heeft met ons hier en nu waar wel ruimte in is:

Ook met het gebed tijdens het werk. Het gebed is een Waadjieb Moewasi’, dat betekent dat de Islamitische Wetgeving ons de ruimte heeft gegeven te bidden wanneer er daar de mogelijkheid voor is, uiteraard binnen de daarvoor gestelde termijn. Kan je bijvoorbeeld niet om precies op tijd te bidden, wat het beste is, wanneer de tijd daarvoor aangebroken is, dan is het toegestaan binnen de Islamitische Wetgeving op een later tijdstip te bidden zolang de tijd ervoor niet verstreken is. Bewijs hiervoor is de overlevering die wij terugvinden in Sahieh al-Boekhaari waarin Djibreela op een dag naar de profeet r kwam en hem verzocht op te staan voor het gebed. De volgende dag kwam wederom Djibreel tegen het einde van de tijd van het gebed en verzocht de profeet r op te staan en het gebed te verrichten en zei daarna: “Tussen deze twee tijden is het gebed.”

 

Het tweede punt is de plaats: daarin zit ook ruimte, je kunt overal bidden m.u.v enkele plekken. Sommigen eisen op hun werk een vast bidruimte met alles er op en eraan. Je kunt overal bidden bijvoorbeeld een leeg plek in de magazijn, een leegstaand kantoor, opslagruimte enz.

Overgeleverd door Djaabir (ra) dat de boodschapper van Allah r zei: “ Ik ben bevoorrecht (t.o.v. andere profeten) met vijf zaken die niemand voor mij is gegeven: Ik heb een 1.overwinning behaald voordat ik mij tegenstanders tegenkom voor een periode van één maand, 2.en de aarde is voor mij een gebedsplaats en een reiniging gemaakt, wanneer de tijd van het gebed aangebroken is laat éénieder dan het gebed verrichten, en de 3.oorlogsbuit is voor mij legitiem (h’alaal) gemaakt wat niet gold voor degenen die  vòòr mij waren, en mij is de 4.voorspraak (shafaa’a) gegeven,5. en elke profeet werd alleen naar zijn eigen volk gezonden, terwijl ik voor de gehele mensheid gekomen ben.”[8]

Zo zien wij de profetische voorbeelden in het vasthouden aan Islamitische Wetgevingen die onveranderd blijven en soepel en toegeeflijk zijn waarin wel die ruimte speling zit, en dit niet ten koste gaat van je geloof.

 

 

                     Punt twee: de gulden middenweg

 

 

Een ander punt waarin de Islamitische Wetgeving zich kenmerkt is de middenweg waarmee deze gekomen is.  De Islamitische Wetgeving is de middenweg. Dat geldt voor alle zaken die verbonden zijn met de islam: zowel religieus, maatschappelijk, binnen de familie en gezin enz.

In de Qor-aan staat:

“Zo maakten Wij jullie tot een gematigd volk, opdat jullie getuigen zullen zijn voor de mensen.”[9]

De islam is de middenweg tussen jodendom die overdrijven in de verboden, zoals spijswetten, en alles verbieden behalve wat Kosher is, en tussen christendom die alles toegestaan achten, zelfs zaken die duidelijk in hun boek als verboden te boek staan in het Oude Testament. In de evangelie staat helder en duidelijk dat de Messias niet gekomen is om wat in het Oude Testament staat op te heffen zoals in Matheus 5:17. De kerkvorsten hebben geoordeeld dat alles rein en goed is voor de reine mensen.[10] De islam heeft zaken verboden verklaard en ander zaken toegestaan. Maar de islam heeft de bepaling van wat H’alaal en H’araam is niet overgelaten aan mensen! Maar dit is een zaak die alleen Allah kan doen en niemand anders.  Zoals wij hebben gezien in de overlevering waarin de profeet r zei: “Allah heeft grenzen gesteld overschrijdt deze niet, en heeft Faraa’iedh ingesteld verzaakt deze niet en zaken verboden verklaard overtreedt deze niet, en heeft bewust niet gesproken over sommige zaken zonder te vergeten, ga er niet naar zoeken.”[11] Verder heeft de islam alleen maar zaken verboden verklaard die schadelijk voor de mens zijn, zoals voor zijn gezondheid, verstand, eer, leven enz. wat wij geleerd hebben. Net zoals de islam alleen maar zaken toegestaan heeft verklaard die rein en goed zijn voor de mens. De boodschapper van Allah r is ook zo beschreven aan de mensen van het Boek: “(Zij) zijn degenen die de boodschapper volgen, de ongeletterde profeet, die zij bij hen, in de Tawraah en de Indjiel, beschreven vinden. Hij beveelt hun het behoorlijke en hij verbiedt hun het verwerpelijke, en hij staat hun de goede dingen. En hij bevrijdt hen van de lasten en van de boeien (kastijding) die op hen rustten.”[12]

In ‘Iebaadat (aanbiddingen) heeft de islam ook de middenweg genomen en heeft Arrahbaaniyah (kloosterleven) verboden verklaard: “En het monniksleven (celibaat), dat hebben zij zelf toegevoegd; Wij hebben het hun niet voorgeschreven.”[13]

 

Voorbeelden uit het leven van de profeet r van de gulden middenweg:

 

1.      Er kwamen drie mannen naar de huizen van de boodschapper van Allah r en vroegen naar zijn aanbiddingen die hij verrichtte. Toen zij hierover bericht werden leek het alsof zij het te ‘weinig’ achtten waarbij een van hen zei: “De voorgaande en komende zonden zijn bij voorbaat al vergeven voor de profeet!” Een van zei: “Ik zal heel mijn leven vasten en niet meer (overdag) eten!” De tweede zei: “Ik zal de gehele nacht bidden en niet meer slapen!” Terwijl de derde zei: “Ik zal nooit een vrouw huwen!” Toen de profeet r hierover bericht werd, zette hij gelijk deze foute overdrevenheid in het geloof goed en maakte hen duidelijk dat de islam de middenweg is tussen overdrevenheid (Ifraat) en nalatigheid (Tefreet). Hij zei: “Zijn jullie het dit en dat zeiden?! Bij Allah, ik ben de meest godvrezende onder jullie, ondanks dit vast ik en eet ik, bidt en slaap ik, en trouw met vrouwen, degene die zich afzijdig houdt van mijn Soennah behoort niet tot mij!”[14]

2.      Er kwam een man naar de profeet r en zei: “Ik blijf weg van het ochtendgebed vanwege die persoon die het ochtendgebed heel lang houdt…”Aboe Mas’oed al-Ansaarie de overleveraar van deze overlevering verteld: “Ik zag de profeet r niet eerder zo boos worden tijdens een vermaning die hij gaf dan dit keer. Hij zei: “O mensen! Er zijn er onder jullie die anderen weghouden van het geloof! Wie van jullie als voorganger optreedt dient het gebed kort te houden, want achter hem bidt een oudere, een zwakkere, en een persoon die het druk heeft…!”[15]

3.      Enes ibn Maalik levert over dat de profeet r een oude man zag die leunde op twee van zijn zonen en met veel moeite vooruit bewoog. De profeet r vroeg zijn zonen: “Wat mankeert deze man?!” Ze zeiden: “Hij heeft een belofte gedaan om te gaan lopen!” De profeet r zei corrigerend: “Allah is Zichzelf genoeg dat deze man moet lijden om een belofte na te komen als aanbidding!” Daarna gaf de profeet r opdracht om de oude man een rijpaard te laten bestijgen.[16]

4.      Een keer ging de profeet een moskee binnen en hij zag een touw die tussen twee pilaren van de moskee bevestigd was. Hij vroeg de aanwezigen: “Waarvoor is deze touw?!” De mensen zeiden: “Het is de touw van Zeyneb, wanneer zij moe is van het veel bidden dat houdt zij zich staande door aan dit touw vast te klampen…” De profeet r zei: “Maak dit touw los, één van jullie dient te bidden wanneer hij daarvoor de kracht en heeft en uitgerust is, als hij moe is dient hij te gaan zitten…”[17]

5.      Verder zijn er vele overleveringen die ons waarschuwen voor overdrevenheid in de religie zoals de overlevering waarin de profeet r waarschuwt: “Pas op voor overdrevenheid in het geloof (al-Ghoeloew), waarlijk degenen die voor jullie waren zijn ten onder gegaan vanwege hun overdrevenheid in de Dien.”[18]                                             

 

 

 

 

 

 

Punt drie: Het gemak waarmee de Islamitische Wetgeving gekomen is, niemand wordt meer belast dan dat hij kan.

 

De islam is de religie van genade en vriendelijkheid, de religie van tolerantie en gemak. Allah I heeft deze Oemmah niet met meer belast dan het kan dragen. Het zal beloond worden voor al het goede wat het doet en het zal de last moeten dragen van de zonde van het kwade wat het doet. Allah I zegt:
Allah belast niemand dan volgens zijn vermogen. Voor hem is (de beloning voor) wat hij doet en voor hem is (de bestraffing voor) wat hij doet.”[19]

Allah heeft de moslims moeilijkheden en ellende bespaard in alles wat Hij hen heeft opgelegd. Allah I zegt: “Hij heeft u verkozen en heeft u in de godsdienst geen lasten opgelegd.”[20]

Elke zonde die een moslim begaat doordat hij een fout maakt, vergeet of gedwongen is het te doen, wordt door Allah vergeven. Allah I zegt: ”Onze Heer, straf ons niet als wij vergeten of een fout hebben begaan.”[21]

De moslim zal ter verantwoording worden gebracht voor wat hij opzettelijk heeft gedaan, niet voor wat hij per ongeluk heeft gedaan. Allah I zegt: ”En er is geen zonde voor u in datgene waarin gij u vergist, maar wel in hetgeen uw hart zich heeft voorgenomen.

Allah is Vriendelijk en Genadevol en Rechtvaardig. Hij zond Moh’ammed r met gemak en het tolerante monotheïsme: “Allah wenst gemak voor u en geen ongemak”.[22]

De profeet r heeft gezegd: “Religie is erg gemakkelijk en wie zichzelf overbelast in zijn religie zal niet in staat zijn op die manier door te gaan. Dus jullie zouden geen extremisten moeten zijn maar perfectie proberen te naderen en de goede tijdingen ontvangen dat je beloond zal worden.”[23]

Wat iemands nafs zegt, is vergeven door Allah. De profeet r heeft gezegd: “Allah heeft mijn Oemmah vergeven voor de gedachtes die hun geesten kruisen zolang ze er niet over spreken of naar handelen.” [24]

Wie een zonde begaat die Allah dan verbergt, hij mag er niet over spreken omdat de Profeet (salla Allahu alaihi wa salaam) heeft gezegd: “Het zal goed komen met mijn gehele ummah, behalve met degene die openlijk zondigen.”[25]


Allah is Grootmoedig en Vriendelijk, Hij vermenigvuldigt de beloning voor goede daden en vergeeft slechte daden. De profeet r zei over de woorden die hij van zijn Heer heeft overgeleverd: “Allah heeft hasanaat (goede daden) en sayi’aat (slechte daden) verordend, toen heeft Hij dat uitgelegd. Wie van plan is om een goede daad te verrichten en het dan niet doet, Allah zal het als één complete hasanah neerschrijven; als hij van plan is het te doen en hij doet het, dan zal Allah het neerschrijven als tussen de tien en zevenhonderd hasanaat, of meer. Wie van plan is om een slechte daad te verrichten en het dan niet doet, Allah zal het als één complete hasanah neerschrijven; als hij van plan is het te doen en hij doet het, Allah zal het als één sayi’ah.”

 

In een overlevering zei de profeet r: “Allah rekent mijn Oemmah geen zonde wanneer zij een fout begaan, uit vergeetachtigheid, of gedwongen worden een zonde te begaan.”[26]

 

Allah spreekt over de eigenschappen van ongeletterde profeet Moh’ammed r waarin zijn eigenschappen glashelder beschreven staan in de Tawrah en Indjiel en deze verduidelijken dat een van de belangrijkste eigenschappen van deze gezegende profeet het gemak waarmee hij gekomen is voor de mensheid. Allah U zegt: “En hij bevrijdt hen van de lasten en van de boeien (celebaat) die op hen rustten.”[27]

Moh’ammed r is degene die de lasten weghaalt bij de mensen van het Boek die zij zelf op hun schouders dragen en waarmee Allah hen laat leiden in deze wereld en een verschrikkelijk Straf in het Hiernamaals.

A

 

De vrijbrief voor de vrouwen aanwezig te zijn bij de gebeden, en vrijdagsgebed wat een verplichting is voor de mannen. Zo ook het jonge kind die vrijgesteld is van deze verplichtingen, de krankzinnige, zo ook de slapende.

De profeet r adviseerde zijn metgezellen geen vragen te stellen die onnodig en nutteloos waren of door te vragen zoals het geval toen hij tegen de mensen zei: “O mensen, Allah heeft het jullie verplicht gesteld te Hadj te doen, verricht daarom de Hadj!” Een man vroeg: “Elk jaar o boodschapper van Allah?!” De profeet antwoordde niet op deze vraag. Weer herhaald de man zijn vraag tot drie maal toe. Toen zei de profeet r: “Als ik ja zou zeggen zou het ieder haar verplicht gesteld worden! Neem datgene wat ik jullie heb gegeven zonder in details te gaan, waarlijk degenen die voor jullie waren zijn ten onder door hun vele vragen en hun uiteenlopende verschillen tot hun profeten!”[28]

Hierover zegt Allah ook glashelder: O jullie die geloven, vraagt niet naar dingen die u, als zij u zullen worden geopenbaard, zullen mishagen; indien u er naar vraagt terwijl de Qor-aan wordt nedergezonden, zullen zij u worden onthuld. Allah heeft ze achterwege gelaten. En Allah is Vergevensgezind, Verdraagzaam.[29]

In een andere overlevering zei hij: “Als ik het niet te moeilijk zou maken voor mijn Oemmah, dan zou ik hen verplichten om bij elke Woedoe’ de Siwaak te gebruiken.”[30]

Aboe Hurayrah levert over dat de profeet zei: “Als ik het niet te moeilijk zou maken voor mijn Oemmah dan zou ik hen opdragen het Ieshaa gebed uit te stellen (tot de helft van de nacht) en de Siwaak voor hen te verplichten zoals Woedoe’voor hen verplicht werd gesteld.” In een ander overlevering zei de profeet r toen de nacht bij de helft was: “Dit is waarlijk het beste moment voor de Ieshaa als ik het mijn Oemmah niet te moeilijk zou maken.”

 

Bij het verrichten van de Woedoe’:

 

  • De oorsprong is dat Woedoe’ met water dient te gebeuren, maar de Islamitische Wetgeving heeft er rekening mee gehouden dat dit niet altijd door iedereen kan, dus een vergemakkelijking ingevoerd bij afwezigheid van 1.water, of bij een 2.ziekte of wond, of wanneer het 3.extreem koud en er geen mogelijk is water op te warmen, of 4.er wel water is maar men vreest voor zijn leven, bezit of eer de hij moet beschermen, of 5.er is te weinig water. In al deze gevallen is het voor de moslim ter vergemakkelijking de Tayammoem toegestaan.
  • Een ander vergemakkelijking die te maken heeft met Woedoe’ is het vegen over de sokken of schoenen, en zeker als men op reis is beseft men wat voor gemak hierin zit! Toch blijven sommigen onwetenden koppig en hardnekkig beweren dat het wassen van de voeten beter is, dit is niets anders dan blinde Djahl. Want dit is een Roegsah en Tayseer van Allah, aanvaardt dit ook dan! Zo heeft de profeet r ook over zijn leren sokken geveegd toen Moeghiera ibn Soe’bah water goot over de profeet r tijdens de Woedoe’. Toen hij bij de voeten aankwam wilde Moeghiera de leren sokken van de profeet r uitdoen zodat hij deze kon wassen. De profeet r zei: “Laat ze want ik heb ze aangetrokken nadat ik de Woedoe’ heb gedaan” en hij veegde over zijn sokken.[31] Sommigen beweren weer dan dat het alleen maar bij leren sokken toegestaan is. Dan zeggen wij waroom is er dan al-Qiyaas (parallel en vergelijkbaar) als dit niet mag?. In die tijd was het zo dat er khoefayn waren en nu zijn er sokken die precies hetzelfde doel hebben.

 

 

Bij het gebed:

 

  • Imraan ibn Hoessayn kwam naar de profeet en klaagde dat hij last had van aambeien en dat hij moeilijk staand kon bidden. Hij verteld:“Ik had last van aambeien, dus ik vroeg erover aan de boodschapper van Allahr en hij zei; Bid staande; als je dat niet kan, dan zittend; als je dat niet kan, bid dan op je zijde liggend.” [32]
  • Tijdens de reis is het toegestaan om de gebeden bij elkaar te voegen en te verkorten. Zo ook wanneer iemand ziek is en het voor hem/haar moeilijk is de gebeden elk op tijd te bidden is het toegestaan de gebeden bij elkaar te voegen, maar niet verkort.
  • Zo is het ook toegestaan om tijdens de Naafilah zittend te bidden, maar dan heb je wel de helft van de beloning. Dit is een zeker verlichting en vergemakkelijking.

 

Bij het vasten:

 

 

  • Wanneer een moslim (a) ziek is, is het toegestaan ter vergemakkelijking het aantal dagen op een ander tijdstip in te halen.
  • Wanneer een moslimvrouw zwanger is of borstvoeding geeft is het ter vergemakkelijk ook voor haar toegestaan op andere dagen in te halen.
  • Wanneer een moslim (a) zo oud is dat vasten niet meer mogelijk is, is het ter vergemakkelijking ook toegestaan een arme voor elke dag te voeden. Zoals dit het geval was bij Enes ibn Maalik toen hij zo oud was dat hij niet meer in staat was te vasten. Hij was de laatste metgezel die overleed.

 

 

Bij de Hadj:

 

·         ‘Abdoellah ibn ‘Amr ibn ‘Aas levert over dat de profeet r op de dag van de Hadj stond in de Minna op de dag van ‘Nahr’ en mensen vroegen hem over allerlei zaken totdat er een man kwam en zei: “O boodschapper van Allah! Ik merkte het niet op, maar ik heb geschoren voordat ik mijn offer slacht!” De profeet r zei: “Slacht maar, geen probleem.” Een tweede kwam en zei: “O boodschapper van Allah! Ik merkte het niet op, maar ik heb geslacht voordat ik de Ramyie’ heb gedaan!” De profeet r zei: “Doe maar Ramyie’, geen probleem.” Er was geen zaak waarover de profeet r gevraagd werd of hij zei: “Doe maar, geen probleem.” (de volgorde is volgens de Soennah: Ramyie’/offeren/scheren of knippen/Tawaaf al-Ifaadah).

·         Zo is het ook toegestaan om tijdens de Hadj voor de zwakkeren en vrouwen eerder uit Moezdalifah te vertrekken dan anderen. Ook wanneer iemand te zwak is de Ramiy’te doen is het toegestaan iemand aan te stellen die dat voor hem/haar kan doen.

·         Als laatste is het tijdens de Hadj toegestaan die niet in staat is de Hadj te doen vanwege een lichamelijke beperking iemand aan te stellen die voor hem/haar Hadj kan doen op voorwaarde dat de waarnemer zelf de Hadj gedaan dient te hebben, immers je begint eerst bij jezelf. Tijdens de Hadj hoorde de profeet iemand ‘Labaykka Allahoemma voor Shoebroemma.” De profeet vroeg: “En wie is Shoebroemma?!” De man antwoordde: “Een naaste familielid van mij.” De profeet r vroeg: “Heb je zelf de Hadj verricht?!” De man antwoordde ontkennend. De profeet r zei tegen hem: “Doe eerst de Hadj voor jezelf en daarna voor Shoebroemma.” [33]

 

De afgoddienaren hadden ‘Ammaar, zijn vader Yaasir en zijn moeder Soumiyah gevangen genomen en begonnen hen te martelen. Ze begonnen ‘Ammaar verschrikkelijk te martellen en zij bedreigde hem, als hij Kalimatoe al-Koefr niet zou zeggen, zouden zij hen en  zijn ouders doden en uiteindelijk zei hij dat ook.  Hij vertelde dit aan de profeet r en barstte in tranen uit. De profeet van barmhartigheid veegde de tranen van ‘Ammaar weg en vroeg hem: “Hoe was jouw hart toen je dat zei?” ‘Ammaar antwoordde: “Mijn hart was vol met geloof en Sakkienah.” Toen zei de profeet r tegen hem: “Als zij dit nog een keer bij jou doen, doe dan hetzelfde…” Bij deze gebeurtenis Openbaarde Allah I: “Wie aan Allah ongelovig is na geloofd te hebben, wie gedwongen wordt terwijl zijn hart in het geloof tot rust gekomen is, maar (voor) wie die in zijn hart voor het ongeloof openstelde: voor hem is er de Toorn van Allah en voor hem is er een geweldige bestraffing.”[34]

 

 

 

        Punt vier: stapsgewijs invoering van de Islamitische Wetgeving

 

 

Een ander zaak die duidelijk maakt dat de Islamitische Wetgeving flexibel is, is het stapsgewijs invoeren van de Goddelijke Wetten. Onder de Barmhartigheid van Allah voor Zijn dienaren is dat Hij de Goddelijke Wetten stapsgewijs heeft ingevoerd. Zo ook behoorde het tot de profeet’s barmhartigheid voor zijn Oemmah dat hij zei:  “Maakt het de mensen makkelijk en maakt het hen niet moeilijk, geeft de mensen blijde tijdingen en jaag hen niet weg…”

Vele zaken zijn geleidelijk verboden verklaard zodat de zielen er klaar voor zijn en er makkelijk gehoor aan gaan geven. De wijsheid die hierachter schuilt is dat mensen makkelijker dit aan kunnen dan wanneer alles in een keer verboden werd verklaard. Maar dit geldt alleen voor de periode van de invoering van God’s Wetten en niet erna. Dus dit wil niet zeggen dat je dit ook toestaat voor een gemeenschap die nu aanwezig is en waar een zonde de gewoonte is.

 

We zullen twee voorbeelden noemen waarbij het verbod stapsgewijs is ingevoerd. Het was alcohol en rente. Deze twee zaken waren bij de Arabieren diep geworteld waardoor het in een keer verbieden van deze twee zaken zou leiden dat mensen afstand zullen nemen van islam.

 

Als eerste: alcohol.

 

Voor de komst van de profeet r was het nuttigen van alcohol diepgeworteld in de Arabische maatschappij en ook andere delen van de bewoonde wereld. In de Arabische maatschappij was het drinken van alcohol een maatschappelijke bezigheid waarmee opgeschept werd en dichters poëzie over maakten in hun dichten. Het was de dus geen wijsheid om alcohol in een keer te verbieden, maar het meest nuttige was om stapsgewijs tot een verbod te komen van deze Satanische drank. Daarom werd alcohol in vier stadiums verboden verklaard:

 

Het eerste stadium:

 

Allah’ uitspraak: “En van de vruchten van de dadelboom en druivenstruiken maken jullie een bedwelmende drank, en een goede voorziening.”[35] Deze vers maakt duidelijk onderscheid tussen ‘bedwelmende drank’ en een goede voorziening. M.a.w het maken van alcohol van dadels en druiven is geen goede voorziening.

 

Het tweede stadium:

 

Allah’s uitspraak: “Zij vragen jou over de wijn en kansspel. Zeg: “In beide is grote zonde en nut voor de mensen, maar de zonde in beide is groter dan hun nut.”[36] Deze tweede vers is de aanzet tot het verbieden van alcohol.

 

Het derde stadium:

 

Allah’s uitspraak: “O jullie die geloven, nadert niet de Salaah terwijl jullie dronken zijn zodat jullie weten wat jullie zeggen.”[37] Dit was een begin van het definitieve verbod, het was voor de moslim niet toegestaan voor het bidden te drinken zodat iemand weet waar hij mee bezig was.

 

Het vierde en laatste stadium:

 

Nadat het geloof in de harten van de gelovigen rotsvast was en zij geen haarbreed afstand zouden van hun geloof is de het definitieve verbod van alcohol gekomen tot aan de Dag der Opstanding. Dit was na de uitspraak van Allah U: “O jullie die geloven! Voorwaar, de wijn en het gokken en de afgodsbeelden en pijlen om te verloten zijn onreinheden die tot het werk van de Shaytaan behoren, vermijdt deze (zaken) dus. Hopelijk zullen jullie welslagen!”[38] Daarna gaat de Qor-aan verder en verheldert de reden van het verbod: “Voorwaar, de Shaytaan wil alleen maar vijandschap en haat onder jullie veroorzaken met behulp van wijn en gokken en door jullie af te houden van het gedenken van Allah en de Salaah: houdt ermee op!”[39] Na de openbaring van dit vers heft deze alle andere verzen op (Naskh’) die eerder met betrekking to alcohol neergedaald zijn op. Na dit vers zijn alle soorten alcohol en gokken tot aan de Dag des Oordeels verboden.

Na dit verbod stroomden sommige steegjes in al-Medinah vol met wijn. De metgezellen hadden gelijk gehoor gegeven aan het verbod van zijn Heer en niet verkocht of ja maar...

 

Als tweede: rente.

 

Rente was met al zijn vormen een wijdverspreid verschijnsel zowel in de Arabische, als de Romeinse en Perzische maatschappij toen ter tijd. Wanneer het verbod in een keer werd ingesteld zou dat een opschudding en een terugval van mensen naar ongeloof teweeg brengen en daarom is het ook in twee stadiums verboden verklaard.

 

De eerste stadium:

 

Allah’s uitspraak: “O jullie die geloven, eet niet van de rente met meervoudige verdubbeling en vreest Allah, hopelijk zullen jullie welslagen.”[40]

 

 

 

De tweede stadium:

 

Daarna werd rente verboden verklaard tot aan de Dag de Oordeels en dat is de uitspraak van AllahU: “O jullie die geloven, vreest Allah en geeft op wat er van (het vragen) van rente overblijft, als jullie gelovigen zijn.”[41]



[1] Meervoud van ‘Moedjtahid’: een geleerde die capabel is en zijn inspanning verricht om tot een religieus oordeel te komen.

[2] Soerat al-A’raaf (7), aayah 3.

[3] Soerat al-Baqarah (2), aayah 85.

[4] Soerat Meryam (19), aayah 64.

[5] Zwakke overlevering, zwak verklaard door Sheikh al-Baanie in Djaami'

[6] Soerat al-Kaafiroen (109), aayah 1-6.

[7] Overgeleverd door al-Boekhaari en Moeslim.

[8] Overgeleverd door al-Boekhaari en Moeslim.

[9] Soerat al-Baqarah (2), aayah 143.

[10] Zie de brief van Paulus aan Titus: 1/15.

[11] Zwakke overlevering, zwak verklaard door Sheikh al-Baanie in Djaami'

[12] Soerat al-A’raaf (7), aayah 157.

[13] Soerat al-Hadied (57), aayah28.

[14] Overgeleverd door al-Boekhaari en Moeslim.

[15] Overgeleverd door al-Boekhaari en Moeslim.

[16] Overgeleverd door al-Boekhaari en Moeslim.

[17] Overgeleverd door al-Boekhaari en Moeslim.

[18] Sah’ieh overgeleverd door an-Nassaaa’ie, ibn Maadjeh, Ah’mad en authentiek verklaard door Sheikh al-Baanie

[19] Soerat al-Baqarah (2), aayah 286.

[20] Soerat al-Hadj (22), aayah 78.

[21] Soerat al-Baqarah (2) aayah 286.

[22] Soerat al-Baqrah (2) aayah 185.

[23] Overgeleverd door Imaam al-Boekhaari.

[24] Overgeleverd door Imaam Moeslim.

[25] Overgeleverd door Moeslim.

[26] Overgeleverd door Ibn Maadjeh, al-Bayhaqie e.a hadieth H’assan.

[27] Soerat al-A’raaf (7), aayah 157.

[28] Overgeleverd door Imaam Moeslim.

[29] Soerat al-Maa’iedah (5), aayah 101.

[30] Overgeleverd door Imaam Moelsim.

[31] Overgeleverd door Imaam Moeslim.

[32] Overgeleverd al-Boekhaari, Aboe Dawood en Ah’mad.

[33] Overgeleverd door Aboe Daawood, Ibn Maadjeh en Ibn Khoezaymah en Sah’hieh verklaard door Sheikh al-Baanie.  

[34] Soerat an-Nahl (16) aayah 107.

[35] Soerat an-Nahl (16) aayah 67.

[36] Soerat al-Baqarah (2) aayah 219.

[37] Soera tan-Nissaa’ (4) aayah 43.

[38] Soerat al-Baqarah (2) aayah 90.

[39] Soerat al-Baqarah (2) aayah 91.

[40] Soerat aal-Imraan (3) aayah 130.

[41] Soerat al-Baqarah (2) aayah 278.